Meise en Huizingen schieten weinig op met puntje: “Na afloop was het muisstil in de kleedkamer”

Een gelijkspel waar beide teams weinig mee opschoten. Dat was de conclusie van de degradatietopper zondag tussen Meise en Huizingen. Beide ploegen lijken dit seizoen voor een lange degradatiestrijd te staan.

Dean Ounis leek rode lantaarn Meise met een assist op Thomas Van Den Boeynants op weg te zetten naar een broodnodige driepunter, maar Dario Grazzini stak daar met de Huizingse gelijkmaker vanop de strafschopstip nog een stokje voor. En zo bleven beide ploegen ontevreden achter. “Ondanks de slechte resultaten hangt onze ploeg nog goed aan elkaar en daar trek ik me aan op”, blijft Ounis de moed erin houden. “Na elke donderdagtraining is het nog steeds grappen en grollen. Al geef ik ook toe: na het gelijkspel tegen Huizingen was het muisstil in de kleedkamer. De ontgoocheling zat diep, zeker na die discutabele strafschop. Eerst en vooral was het de vraag of het wel om een duwfout ging. Vervolgens was er twijfel of de fase zich wel binnen de grote rechthoek afspeelde. Twee keer was het verdict in ons nadeel, waardoor we de zege door onze neus geboord zagen.”

Na de trainerswissel zag Ounis wel een soort van wederopstanding. “Ludo Wouters heeft de koe bij de horens gevat en meteen het defensieve probleem aangepakt. We gaven elke wedstrijd een resem kansen weg en slikten ook al een karrenvracht doelpunten. We pakken nog altijd goals, maar geven toch al heel wat minder kansen weg. Vooral op stilstaande fases blijven we kwetsbaar. Op die manier incasseerden we al liefst dertien goals. Een gebrek aan gestalte speelt ons daarbij parten. Toch geloof ik nog steeds dat we ons gaan redden.”

Bij Huizingen was Dario Grazzini de reddende engel. Vanop de strafschopstip redde hij nog een punt voor de bezoekers. “In de eerste helft waren we niet zo scherp als de coach vroeg. We lieten Meise te veel combineren en kwamen op achterstand toe een kopbal afweek. Na rust hebben we de bakens proberen te verzetten, maar ons probleem blijft de afwerking. Na dertien wedstrijden zitten we nog altijd maar aan tien doelpunten. We versierden kans na kans, maar ballen werden van de lijn gekeerd of ploften nog op een voet of een been. Tot onze rechtsachter Jan Wastiau een por in de rug kreeg en de bal op de stip ging. Op BOKA United had ik nog een strafschop gemist, maar op Leeuw kon ik vanop de stip voor de gelijkmaker zorgen. Blijkbaar verlamt de druk me niet en dus heb ik opnieuw mijn verantwoordelijkheid genomen. Onze tweede helft was misschien wel de sterkste van het seizoen, ik ben blij dat we daarvoor dan ook nog beloond zijn. Hopelijk geeft het ons een boost voor de komende weken.”

Bron: nieuwsblad.be